Laukens in aanraking met het gerecht

In aanraking met het gerecht

“We stammen allemaal af van koningen, net zoals we allemaal bedelaars en boeven tussen onze voorouders hebben!” 

(zie http://www.laukens.be/genealogie/content/zin-en-onzin-van-heel-grote-stambomen

Kunnen bewijzen dat men afstamt van koningen of edellieden is mooi; moeten vaststellen dat misdadigers tot je familie behoorden is uiteraard minder aangenaam!  

Hieronder willen we dit minder fraai aspect van een stamboom eens belichten: In de lange geschiedenis van elke familie komen immers personen voor die op één of andere manier met het gerecht in aanraking kwamen, hetzij als dader, hetzij als slachtoffer. Bij onze opzoekingen in het verleden vonden we af en toe teksten of verwijzingen naar naamgenoten die iets op hun kerfstok hadden of als slachtoffer van een misdrijf werden vermeld.

Soms is het mogelijk de in de vonnissen vermelde naamgenoten terug te vinden in onze stamboom. Vaak zijn de vermeldingen té summier om een verband aan te tonen. Soms is het zelfs een opluchting vast te stellen dat het verband niet bewezen is…

Nog even dit: Onderstaande gegevens zijn te vinden in oude (eventueel getranscribeerde) archieven, voor iedereen toegankelijk.  Dit neemt niet weg dat het voor afstammelingen van de daders confronterend kan zijn om te lezen wat een voorouder op zijn/haar kerfstok heeft! Mocht iemand bedenkingen of aanvullingen hebben bij de hieronder geciteerde feiten, dan kan daarover via het contactformulier van deze website van gedachten gewisseld worden. Overigens moet elk feit in zijn historische context gezien worden: drankmisbruik met al zijn gevolgen was bijvoorbeeld door de sociale ellende in de negentiende eeuw, wijd verspreid. Geweld behoorde - meer dan vandaag - tot de dagelijkse realiteit. Denken we bijvoorbeeld aan in de onnoemelijk wrede (en openbare) lijfstraffen die in bepaalde perioden van onze geschiedenis werden uitgevoerd!

Meierijse Schoutsrekeningen

De oudste vermeldingen vinden we terug in de meierijse schoutsrekeningen, een archief dat loopt over een periode van verschillende eeuwen en dat bewaard wordt in Brussel. Deze rekeningen werden ontsloten en getranscribeerd door Henk Beijers, terug te vinden op http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/. Gezien de omvang van deze archieven een enorm werk, waar wij, met dank aan Henk Beijers, ons voordeel mee doen!

Die meierijse schoutsrekeningen bieden een boeiende en bijwijlen lugubere kijk op de rechtspraak over een periode van de 14de tot het begin van de 17de eeuw. Zelfs voor relatief kleine misdrijven werden de daders soms buiten proportie zwaar veroordeeld. Straffen zoals executie met het zwaard, waarna het lichaam “op een rad” werd gezet, terechtstelling door ophanging of op de brandstapel waren schering en inslag.

Wij vonden in de lijst twee naamgenoten die iets mispeuterd hadden, gelukkig voor hen vielen de straffen al bij al nogal mee:

1535: Daniel Laukens uit  Empel

“DANIEL LAUKENS wonende te EMPEL die sijn beesten die in de schutskooi gezet waren eruit heeft gehaald na de schutskooi opengebroken te hebben – 12 karolusgulden”

Empel maakt vandaag deel uit van de stad ’s-Hertogenbosch.  Een schutskooi was een omheinde kooi, door de gemeende ingericht, waar loslopend vee kon worden opgevangen. Destijds waren de percelen van de boeren niet altijd evengoed omheind (prikkeldraad is per slot van rekening een uitvinding uit de negentiende eeuw), waardoor de dieren vaak konden ontsnappen. Loslopend vee werden door een “schutter” gevangen en in die gemeentelijke schutskooi ondergebracht. De boer kon zijn dier terugkrijgen mits het betalen van een schutsgeld. Blijkbaar had Daniel Laukens geen geld of geen zin om de voorziene som te betalen, en had hij de schutskooi opengebroken om zijn dieren terug te halen. Dit leverde hem een fikse boete op. 

1537: Laurens Laurenssen uit Achelen

“LAURENS LAURENSSEN van ACHELEN die heeft helpen stelen uit een vijver onder GREVENBROEK een deel karpers – 14 karolusgulden”

Samen met Hamont en  Sint-Huibrechts-Lille behoorde Achel tot de heerlijkheid Grevenbroek. Elders op deze website wordt hierop uitvoerig ingegaan (zie: http://www.laukens.be/genealogie/content/grevenbroek). Blijkbaar moet Laurens Laurenssen dus, samen met een aantal kompanen, karpers uit een vijver van de heerlijkheid gestroopt hebben. Alhoewel de naam Laukens niet als dusdanig in het vonnis voorkomt is de kans  reëel dat het wel degelijk om één onzer naamgenoten gaat, en in Achel is dat (zo goed als) zeker familie!

Waarom? We weten dat de naam Laukens afgeleid is van de voornaam Laurens. Verder weten we dat de naam Laurens in die periode alleen in onze familie generatie na generatie voorkomt. Een Laurens, zoon van een Laurens, en wonende in Achel: Het lijkt voor de hand te liggen dat het hier om een Laukens gaat. De vraag is dan: welke ?

  • We kennen een Laurens Laukens (alias Celen), die geboren moet zijn voor 1472. Deze zou in 1537 echter méér dan zestig jaar oud zijn. De kans is klein dat die zich nog aan stroperij zou gewaagd hebben.
  • Zijn zoon, Laurens (Vreijs) Laukens komt ook in aanmerking: is geboren rond 1500, dus zou ongeveer 37 jaar geweest zijn.

Deze laatste is dus de “meest waarschijnlijke” kandidaat(-stroper)..

Manslag op Balten Laukens

In 1678 werd Balten Laukens, geboren in Achel op 18 januari 1639, gedood door Bartholomeus Louwers, een inwoner van Viversel, een parochie die nu deel uitmaakt van Heusden-Zolder.  Aangezien het blijkbaar om een ongeluk ging werd er een verzoeningsprocedure tussen de dader en de nabestaanden van het slachtoffer opgestart. 

Over deze verzoeningsprocedure schreef Mathieu Schuurmans een boeiend stukje in de “Grevenbroeker echo’s”, het  blad van de geschied- en heemkundige kring “ De Goede Stede Hamont”. Het is ook te vinden op onze website : http://www.laukens.be/genealogie/content/verzoening-betreffende-de-manslag-op-balten-laukens

De “Moselbande” in Duitsland

Op het einde van de achttiende eeuw waren er in de grensstreek tussen Frankrijk en Duitsland, verschillende bijzonder moorddadige bendes actief.   Door de ineenstorting van het ambtenarenapparaat als gevolg van de bezetting door de troepen van Napoleon I heerste er een sfeer van wetteloosheid waarin dergelijke bendes gemakkelijk konden opereren.

Eén van die bendes werd de “Moselbande” (Moezelbende) genoemd omdat ze actief was in de streek Bad Bertrich - Kondelwand. Het was geen kleine bende: Volgens een werk uit 1830 bestond ze uit 18 leden. Onder hen één vrouw: Margarete Laukens, de geliefde van een zekere Mathias Dahm, ook een lid van de bende. Het koppel werd omschreven als “wanderende Bänder- un Zunderhändler” (rondtrekkende band/lint- en luciferhandelaars).

De bende was vooral actief in de paardendiefstal, maar verschillende leden van de bende pleegden ook overvallen, waarbij moord niet geschuwd werd. De meest bekende en gruwelijkste feiten pleegde de bende in 1796: Op 24 augustus (7 Fructidor IV) overvielen zij de Sprinkler Mühle bij Bad Berdrich, en vermoordden er de molenaar Johannes Krones, zijn vrouw en twee kinderen. Een 17-jarige zoon overleefde met zware verwondingen de brutale moordpartij. 

Op 31 augustus 1799 kwamen 13 leden van de bende voor het gerecht in Koblenz. Zes onder hen werden ter dood veroordeeld en stierven op de guillotine.

Voor zover we konden achterhalen werd Margareta  Laukens tot een gevangenisstraf veroordeeld, en zou ze tijdens het uitzitten van haar straf in de gevangenis overleden zijn. 

Uiteraard is het mogelijk op basis van dergelijke summiere gegevens te achterhalen of Margareta Laukens een link zou hebben met onze familie. Het is zelfs niet helemaal zeker of haar naam inderdaad Laukens gespeld wordt, want we vonden ook een verwijzing naar ene Margareta Saurens. Misschien moeten we maar hopen dat deze laatste schrijfwijze de juiste is…..

Strafvonnissen ’s-Hertogenbosch

Via de website van het BHIC (Brabants Historisch Informatie Centrum) kan men overzichten van criminele vonnissen  van 1811 tot 1930 bekijken en doorzoeken. Intikken van de naam Laukens levert een aantal vonnissen op, onder meer wegens diefstal (1876), dronkenschap (1883) en landloperij (1896). Relatief lichte of  heel lichte vergrijpen, tot op  13 oktober 1889 een naamgenoot slachtoffer werd van een doodslag. 

13 oktober 1889 : Doodslag op Peter Laukens

Krantenartikelen kunnen soms een waardevolle bron voor een familiegeschiedenis zijn, ook al gaat het vaak over droevige berichten. Zo verscheen in het bad “Peel en Maas” van 19 oktober 1889 onderstaand bericht. 

  

Het slachtoffer was Peter Johannes Laukens, op 17/8/1826 in Helmond geboren als enige zoon in een gezin van acht kinderen. Via zijn vader Daniel was hij rechtstreekse afstammeling van de Achelse tak Laukens. 

Blijkbaar was de dood het gevolg van een uit de hand gelopen dronkemansruzie. Van de rechtszaak die erop volgde vonden we via de website van het BHIC het vonnis terug: De dader werd wegens “mishandeling, den dood tot gevolg hebbende”, in december 1889 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar. Hij werd op 2 januari 1890 naar de gevangenis van Breda overgebracht.  Op 19 mei 1892 werd hij, na een opsluiting van 2,5 jaar, vervoegd vrijgelaten.

Bij het opsporen van het vonnis vonden we echter nog twee andere vonnissen terug waar Peter Johannes Laukens werd vermeld, ditmaal echter niet als slachtoffer maar wel als dader. 

In 1853 werd hij, op 26-jarige leeftijd, veroordeeld  tot een gevangenisstraf van één maand wegens “zware mishandeling”, en in 1872 ging hij een tweede maal de gevangenis in, ditmaal voor 10 dagen wegens “moedwillig slaan en verwonden”. 

Peter Johannes Laukens was dus duidelijk niet aan zijn proefstuk, toen hij op die 13de oktober in het gevecht met fatale afloop was verwikkeld!

 

September 1915: Bakker Frans Laukens uit Neerpelt:

Een merkwaardige rechtszaak vonden we via de website van het BHIC. Bij de strafvonnissen van ’s-Hertogenbosch vonden we een vermelding uit september 1915, waarbij Frans Laukens, 31 jaar, bakker uit Neerpelt, gedaagd werd wegens “Verboden vervoer / smokkelarij  / zoutfraude”. Over de feiten zelf weten we niets, noch over een mogelijke veroordeling; daarvoor zouden we over het vonnis zelf moeten beschikken.

Ondanks die “feitenarmoede” vonden we de vermelding toch merkwaardig genoeg, omdat de Frans Laukens waarvan sprake de persoon is die het Laukenskapelleke bouwde in Neerpelt (zie http://www.laukens.be/genealogie/content/laukens-als-plaatsnaam). Hij was tijdens de eerste wereldoorlog actief in de spionagedienst Cereal Company. Begin 1916 werd hij door de Duitsers te Oreye aangehouden met in zijn bezit geheime documenten van de inlichtingendienst. Hij vertelde de Duitsers dat hij de documenten in zijn bezit telkens moest bezorgen aan een Hollander aan "den droad" (de onder hoogspanning staande afsluiting tussen het bezette België en het neutrale Nederland). Hij werd naar die plaats gebracht om de Duitsers de kans te geven zijn zgn. compaan aan te houden. Aan de draad wist hij met een list te ontsnappen. Via Valkenswaard bereikte hij Engeland. Tot aan de wapenstilstand werkte hij verder voor de Britten in Noord-Frankrijk.

Na de oorlog bouwde Frans een kapelletje naast de Lommelse dijk, ongeveer op de plaats waar hij als bij wonder aan de dood ontsnapte. 

Misschien werd hij, omdat hij vaak de grens overstak, als smokkelaar aanzien. Of omgekeerd: misschien kende hij alle smokkelwegen, omdat hij al eens, zoals zovelen, “iets” over de grens bracht.