Zin en onzin van heel grote stambomen

 Inleiding

“En hoever ben je al geraakt?” is steevast de eerste vraag die elke genealoog te horen krijgt als hij over zijn hobby (vaak is het eerder een passie) spreekt. Voor een leek is een stamboom die reikt tot in het verre verleden blijkbaar het hoofddoel van het onderzoek. En laat ons eerlijk zijn: voor vele genealogen is dat ook het geval. Sommigen gaan daar wel zéér ver in, en stellen stambomen op met tientallen generaties. Maar: Hoe betrouwbaar zijn al deze gegevens? Brengt de drang om een zo groot mogelijke stamboom op te stellen het streven naar nauwkeurigheid niet in gevaar?

Daarom lijkt het ons nuttig om even stil te staan bij de zin en de onzin van heel grote stambomen.

 

Karel de Grote

Hét ultieme streefdoel van nogal wat genealogen is aan te tonen dat hun stamboom via één of andere tak leidt tot niemand minder dan Karel de Grote. Het moet gezegd: Je kan moeilijk een boeiender doel voor je stamboomonderzoek kiezen. Karel de Grote werd in 747 of 748 geboren, mogelijk in Herstal bij Luik, en overleed in Aken op 28 januari 814. Uit onze geschiedenislessen kennen we nog allemaal de datum: Kerstdag 800, de dag waarop hij in Rome door de paus tot Keizer werd gekroond.

Karel de Grote vestigde niet alleen één groot Europees rijk, tijdens zijn bewind kenden kunst, cultuur en architectuur een  heropleving : de Karolingische Renaissance.

 

Karel de Grote door Albrecht Dürer (1471-1528) - Bron: Wikemedia Commons

 

Hij wordt gezien als de grondlegger van de Europese gedachte: illustratie hiervan is de  naar hem vernoemde Internationale Karelsprijs, een prijs die jaarlijks in Aken wordt toegekend aan één of meer personen of een organisatie die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.

Het wekt dan ook geen verbazing dat heel wat genealogen ijverig op zoek gingen om hún link met de tot de verbeelding sprekende vorst aan te tonen. Het resultaat van deze zoektochten is bijvoorbeeld te vinden op de website http://www.kareldegrote.nl/ in de vorm van 217 afstammingsreeksen [1].  

Hoe gaat men te werk? Meestal vindt men in de eigen stamboom een naam die gelinkt kan worden aan een reeds gepubliceerde afstammingsreeks. De genealoog beperkt zich dus tot het bewijzen van “zijn” gedeelte van de stamboom.  Het gedeelte in de periode ervoor is dus voor rekening van degene die deze stamreeks heeft opgesteld. Op zich is daar niets mis mee, want er is geen bezwaar tegen het zich baseren op de informatie van derden, als tenminste de bronnen correct vermeld worden en het eventuele copyright gerespecteerd wordt. De kwaliteit van de gebruikte informatie moet echter verzekerd zijn. En daar wringt vaak het schoentje: is de stamreeks waar men zijn stamboom aanhaakt fout of niet bewezen, dan is de afstamming ook niet bewezen.

Gelukkig worden de stamreeksen door de makers van de website kritisch bekeken want, schrijven ze:

“Door schade en schande zijn we tot de constatering gekomen dat met het internet, nog meer als vroeger, men gegevens klakkeloos van elkaar overneemt, zonder de onderliggende bronnen te controleren (als die er al zijn). En dat met de nodige gevolgen vandien. “

Deze kritische houding komt uiteraard de kwaliteit van de geboden informatie ten goede. De auteurs vermelden ook waarom een bepaalde reeks niet aan de normen voldoet. De strengere benadering heeft ertoe geleid dat van de 217 (tot half 2014) ingezonden reeksen er minder dan een derde zijn die de kwaliteitstoets kunnen doorstaan.

Stel dat je, ondanks al je genealogisch opzoekwerk, er toch niet in slaagt om je stamboom aan één van de betrouwbare reeksen te koppelen, moet je dan met ontzag opkijken naar al diegenen die wél de link hebben kunnen leggen? Moet je dan deemoedig vaststellen dat koninklijke roots  niet voor jou weggelegd zijn?

Niet per sé, want:

 

Iedereen koninklijk, iedereen bedelaar!

Wie op zoek gaat naar mogelijk koninklijke roots met als motivatie “ik ben daardoor toch wel een bijzonder iemand” zal na het lezen van onderstaande tekst wellicht een illusie armer zijn. Want: we stammen allemaal af van koningen, net zoals we allemaal bedelaars en boeven tussen onze voorouders hebben!

Niet alleen genealogen houden zich met afstamming bezig; ook genetici en wiskundigen hebben zich, elk vanuit hun wetenschap, over genealogische problemen gebogen.

Eén van die problemen was het vinden van de MRCA, de most recent common ancestor of de meest recente gemeenschappelijke voorouder. Men kan de MRCA zoeken tussen twee personen, in een hele bevolkingsgroep of  in de totale wereldpopulatie.

Genetici zijn dus op zoek gegaan naar… Adam en Eva.

Onder het motto “Ladies First” beginnen we met de mitrochondriale Eva. Elke vrouw erft van haar moeder een stukje DNA (“Mitrochondriaal DNA”) dat in principe onveranderd blijft, op toevallige mutaties na. Door het in kaart brengen van die toevallige mutaties kan een soort stamboom – uitsluitend dus langs de vrouwelijke lijn – opgesteld worden. Statistisch kan men dan gaan bepalen wanneer de vrouw moet geleefd hebben die als enige een ononderbroken afstammingslijn van dochters heeft gehad: de mitrochondriale Eva. Zij was dus niet de énige vrouw die toen leefde, maar van alle andere vrouwen toen is de matrilineaire afstammingslijn onderbroken (omdat ze alleen zonen hadden) of afgebroken (als ze  helemaal geen kinderen hadden). Via statistische berekeningen komt men tot zeer uiteenlopende schattingen die één ding gemeen hebben: ze gaan zéér ver terug in de tijd: zo’n  150.000 jaar is de meest genoemde termijn.

Een vergelijkende oefening kan gedaan worden langs de mannelijke lijn: het Y-chromosoom wordt enkel van vader op zoon doorgegeven. Zodoende heeft men berekend dat de oudste ononderbroken mannelijke afstammingslijn zo’n 60.000 tot 90.000 jaar teruggaat: De Y-chromosomale Adam moet dus (minimum) zo’n zestigduizend jaar geleden geleefd hebben.

Het op zoek gaan naar “Adam” en “Eva” zoals hierboven beschreven (en die elkaar dus niet gekend hebben[2]) is iets andere dan het zoeken naar de oudst gekende gemeenschappelijke voorouder langs mannelijke én vrouwelijke lijn. Logischerwijze moet die voorouder veel recenter geleefd hebben. En bij de zoektocht naar die MRCA komen de statistici ons bijstaan.

In 1999 publiceerde Joseph T. Chang, een statisticus aan de universiteit van Yale, een paper met een wiskundige benadering van de genealogie. De wiskunde achter deze publicatie laten we voor de specialisten, maar zijn conclusies zijn als je het ons vraagt revolutionair!

Voor de geïnteresseerden volgt hier de link:

http://www.stat.yale.edu/~jtc5/papers/CommonAncestors/AAP_99_CommonAncestors_paper.pdf.

Elders op onze website (http://www.laukens.be/genealogie/content/enkele-rekenoefeningen) hebben we gewezen op het fenomeen van de kwartierverdubbeling of kwartierherhaling, dit is het feit dat in iedere stamboom vele voorouders honderden, zoniet duizenden keren voorkomen. Dit fenomeen verklaart dat we véél minder voorouders hebben dan de pure rekenkunde (twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders,…) suggereert.

In zijn paper benaderde Chang dit probleem statistisch, en hij redeneert verder. Als je teruggaat in de tijd vind je vroeg of laat een gemeenschappelijke voorouder van de hele populatie. Als je dan nóg verder terug gaat kom je een tweede, een derde,… gemeenschappelijke voorouder tegen. Als je steeds verder terugkijkt kom je vroeg of laat op een punt waar:

“all individuals who have any descendants among the present-day individuals are actually ancestors of all present-day individuals”

 (Vrij vertaald: Er komt dus een punt waar “alle personen die een afstammeling hebben in de huidige bevolking, in werkelijkheid voorouder zijn van alle vandaag levende mensen”).

Eens deze conclusie getrokken komt automatisch de vraag: Hoe ver moet je dan teruggaan? Het antwoord hierop is verassend: veel minder ver dan men puur intuïtief zou denken!

Voor de Europese bevolking zou dit betekenen dat de meest recente gemeenschappelijk voorouder van alle Europeanen slechts zes eeuwen geleden zou geleefd hebben: Er is dus – volgens het wiskundig model - een man of vrouw zeshonderd jaar geleden die voorouder is van alle vandaag levende Europeanen! Het punt waar alle Europeanen met nakomelingen vandaag voorouder zouden zijn van alle vandaag levende Europeanen zou slechts duizend jaar terug in de tijd liggen! Het model berekende bovendien dat 20 % van de toen levende bevolking helemaal geen nakomelingen op de dag van vandaag heeft, en dat de overige 80 % dus voorouder is van alle vandaag levende Europeanen!

Het spreekt vanzelf dat dergelijke verbazingwekkende conclusies even moeten geduid worden: het model gaat – zoals elk model – uit van een aantal vereenvoudigende premissen. En in dit geval vereenvoudigen deze uitgangspunten de realiteit toch wel zeer verregaand.  Het is derhalve zinvol deze premissen te toetsen aan de genealogische en historische realiteit.

Om te beginnen is het duidelijk dat we hier spreken over Europeanen die al een aantal generaties tot de Europese bevolking behoren: iemand die recent uit Afrika of Azië naar het oude continent is geëmigreerd is valt duidelijk buiten dit (Europese) model.

Het wiskundig model werkt met een constante populatiegrootte, en generaties zijn niet overlappend. Het gaat bovendien van de veronderstelling uit dat elk individu binnen de (Europese) bevolking huwt met een willekeurig persoon binnen die bevolking: dus de kans dat een Vlaming pakweg met een Spaanse schone huwt is in het model even groot als de waarschijnlijkheid dat die Vlaming binnen zijn eigen regio huwt. Dat is duidelijk niet het geval: In onze kwartierstaat bijvoorbeeld is er, voor zover bekend, geen sterke regionale spreiding.  Wie veel met kwartierstaten omgaat zal merken dat dit vrij vaak het geval is!

Chang schrijft zelf in zijn inleiding:

This model is designed only as a simple starting point for thought; of course it is not meant to be particularly realistic.” 

Zij model geeft dus stof tot nadenken en discussie, en heeft niet de pretentie realistisch te zijn.

Klasseren dus? Over tot de dagorde?

Niet helemaal!

Om het model te toetsen aan de realiteit kan de genetica ons weer helpen. De paper van  Chang dateert zoal gezegd van 1999. Sindsdien is de wetenschap met grote sprongen vooruit gegaan. Zo hebben twee Amerikaanse genetici het DNA bestudeerd van een aantal Europeanen. Hun onderzoek baseerde zich op het feit dat twee individuen die een gemeenschappelijke voorouder hebben soms (niet altijd) grote blokken van hetzelfde DNA delen.  Hoe groter de blokken die zij delen, hoe dichter de verwantschap. En na het bestuderen van enkele duizenden Europeanen van over het hele continent lag de conclusie voor de hand: Alle Europeanen zijn - verassend recent - met elkaar verwant. Wat dus een genetische bevestiging inhoudt van het wiskundig model van Chang.

De genetici merkten wel regionale verschillen in die verwantschap: mensen die dicht bij elkaar wonen  zijn nauwer verwant dan mensen die aan beide zijden van het continent leven, wat dus de vereenvoudiging in Changs model, namelijk de willekeurige spreiding van de huwelijken over het continent, tegenspreekt. Het bevestigt ook onze vaststelling dat kwartierstaten veelal sterk regionaal gebonden zijn. Daartegenover staat dat kwartierstaten meestal slechts een beperkt aantal generaties beschrijven, laten we zeggen een achttal generaties, en dus een periode die teruggaat tot ergens in de achttiende eeuw. Bovendien is een kwartierstaat, gebaseerd op lokale gegevens, eenvoudiger op te stellen: een niet gekende voorouder zou wel eens onvindbaar kunnen zijn juist omdát hij/zij van een heel andere streek komt!

Dat mensen veelal plaatselijk of regionaal huwden staat o.i. wel vast, maar toch zijn  volgens bovengenoemde genetici de overeenstemmingen in het DNA van zelfs vér van elkaar levende Europeanen zó groot, dat het niet anders kan dan dat zij meer voorouders zouden moeten delen dan er duizend jaar geleden mensen waren. Dit zou volgens die genetici aantonen dat twee willekeurige personen in Europa als voorouders alle personen hebben die 1000 jaar geleden leefden! 

Conclusie:Alhoewel het model van Chang niet realistisch  lijkt (en – zoals hij zelf schrijft - niet zo bedoeld is), geeft het toch een mechanisme weer dat bevestigd wordt door genetici: in de loop van de eeuwen is het genetisch materiaal - sneller dan we zelf zouden vermoeden - verspreid geraakt over heel het Europese continent. Méér dan we intuïtief zouden veronderstellen zijn alle Europeanen genetisch aan elkaar verwant, en dit vanuit een recent verleden[3].

 

Terug naar Karel de Grote

Men schat dat de Europese bevolking in de achtste eeuw zo’n  30 miljoen individuen telde. Als we willen onderzoeken of we Karel de Grote tot onze voorouders mogen rekenen, dan moeten we zo’n 36 generaties teruggaan. Daarbij rekenen we met één generatie om de 34 jaar, dus een drietal per eeuw. Mogelijke zijn het er meer[4], maar voor de onderstaande redenering is het aantal generaties – gezien de enorme getallen -  niet zo belangrijk. 

We hebben twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, enz. Elke generatie verdubbelt het aantal voorouders . Na 36 generatie hebben we dan ruim 34 miljard voorouders. Voor alle duidelijkheid: als we al onze voorouders in de 36ste generatie willen noteren  zouden we dus 34 miljard (!?) namen moeten invullen. Aangezien de Europese bevolking in de achtste eeuw slechts 30 miljoen personen telde, en er van uitgaande dat die voorouders Europeanen waren[5] dan kan het niet anders dat op de lijn van de 35ste generatie elke naam minimaal 1000 maal voorkomt: 30 miljoen “kandidaten” voor 34 miljard plaatsjes op onze kwartierstaat[6].

Voor onze verdere redenering veronderstellen  we even dat Karel de Grote vandaag nog steeds nakomelingen heeft. Gezien het aantal vrouwen waarmee hij de sponde deelde, en het aantal gekende kinderen die hij gekregen heeft, is dat een zeer plausibel uitgangspunt. Die veronderstelling wordt trouwens bevestigd door een aantal historische onderzoeken: zie hierover bovengenoemde website in verband met de middeleeuwse keizer.

Als Karel de Grote vandaag dus nog nakomelingen heeft, is het vanuit het wiskundig model van Chang én bevestigd door genetisch onderzoek, logisch om te concluderen dat Karel de Grote niet alleen de symbolische voorvader is van het verenigd Europa, maar letterlijk ook een voorvader is van alle Europeanen!

“Alle Menschen werden Brüder”,  de tekst van Friedrich von Schiller zo mooi op muziek gezet door Ludwig van Beethoven is niet alleen een romantische gedachte, maar dus – met wat theatrale overdrijving - ook een genealogische werkelijkheid! Maar:  Schiller schreef in zijn eerste originele tekst niet “Alle Menschen werden Brüder” maar “Bettler werden Fürstenbrüder,” en misschien beantwoordt die tekst nog meer aan de genealogische stelling: wij hebben allen koningen en bedelaars in onze stamboom! Het weze een troost voor alle genealogen die vruchteloos gezocht hebben naar “hun” link met de keizeruit de 8ste eeuw.

Voor wie een stamboom tot Karel de Grote nog niet ver genoeg reikt: in de roman “De Da Vinci code” gaat men nóg verder terug!

 

Da Vinci code: De zoektocht naar de Heilige Graal

Allereerst willen wij diegenen waarschuwen die de roman “De da Vinci Code” nog niet zouden gelezen hebben, en dat alsnog van plan zijn te doen. In hetgeen nu volgt wordt een deel van de plot van de bestseller van Dan Brown onthuld. Verder lezen dus op eigen verantwoordelijkheid!

In een spannende  thriller beschrijft de auteur de zoektocht van Robert Langdon, hoogleraar religieuze symboliek, naar de Heilige Graal. Volgens een oude legende is de Heilige Graal de kelk waaruit Christus dronk tijdens het Laatste Avondmaal. Diezelfde kelk zou vervolgens gebruikt zijn om het bloed van Christus aan het kruis op te vangen. De queeste van Robert Langdon wordt doorkruist door de kerkelijke organisatie Opus Dei die, met het doel de officiële leer van de Kerk te vrijwaren, alles doet om de missie te doen mislukken en daarbij zelfs niet terugschrikt voor moord.

De lange zoektocht eindigt in de kapel van Rosslyn in Schotland.  Daar wordt onthuld dat De Heilige Graal niet een kelk is, maar een persoon: Maria Magdalena, die door de Kerk als volgeling van Christus wordt voorgesteld, maar - aldus het verhaal - in werkelijkheid zijn levensgezellin was.

De voorstelling van Maria Magdalena als geliefde van Christus is overigens geen uitvinding van Dan Brown, maar is ook  elders terug te vinden, o.m. in oude aprocriefe (niet officieel erkende) evangeliën.

Maar er is meer: tot op vandaag zouden er nog nakomelingen van Jezus Christus en zijn geliefde leven, en twee van hen, broer en zus, die in hun prille jeugd van elkaar gescheiden werden, vinden elkaar terug in de kapel van Rosslyn.

Brown schrijft

 “ …. Het was ongelooflijk, maar ze waren allebei afkomstig uit een Merovingische familie; rechtstreekse afstammelingen van Maria Magdalena en Jezus Christus…. “

en nog

“ … Hun kinderen vormden de meest rechtstreekse koninklijke afstammelingen

die nog leefden; en werden daarom zorgvuldig bewaakt door de Priorij.”

“De Da Vinci Code” is ongetwijfeld een meeslepende thriller waarin feiten en fictie naadloos in elkaar haken. Maar als genealoog stelt men toch vragen bij die uitdrukking “meest rechtstreekse afstammelingen”.

Even redeneren: Stel dat Christus en Maria Magdalena  tot op vandaag nakomelingen zouden hebben, dan zouden die de  pakweg zestigste of zeventigste generatie vormen. Maar: om het even welke afstammingslijn je volgt, een nakomeling is altijd rechtstreeks, en de ene kan niet “rechtstreekser” zijn dan de andere.

Als we bovendien de hierboven beschreven redenering van de wiskundige Joseph Chang volgen; dan zou dit eigenlijk betekenen dat, áls er al nakomelingen van Jezus Christus en Maria Magdalena zouden bestaan, alle vandaag levende mensen nakomelingen zijn, dus ook u en ik, en zelfs de snode moordplanners van Opus Dei inbegrepen!

Gaat zelfs een afstamming van 2000 jaar geleden nog niet ver genoeg? Niet getreurd, want

 

Het kan nóg straffer!

Het opstellen van een afstammingsreeks naar Karel de Grote is slechts een opwarmertje voor hetgeen nu komen gaat: de afstamming van de Egyptische farao’s! Wij spreken dus over een afstamming die teruggaat naar zo’n 2000 jaar vóór Christus, 145 generaties ver. We durven niet meer uitrekenen hoeveel theoretische voorouders er toen moeten geweest zijn om die volgens bovenstaand beproefd systeem te plaatsen t.o.v. de geschatte wereldbevolking van die tijd.

Toch zijn er mensen die het erop wagen om hun verre afstamming te bewijzen: zie hierover onderstaande website

http://www.wissenburg.info/index.htm#/gen/gen18.htm

In de lijst vinden we linken met Griekenland en Troje, met de Hunnen, de Chinezen en de Arabieren, én met de farao’s (bijvoorbeeld generatie 115: Ramses II, je weet wel, die van de tempel op de Nijl)

Het moet gezegd: De maker van de website relativeert duidelijk de resultaten in het verre verleden:

“Voor de gegevens opgenomen onder generaties 40 en hoger geldt een bijzondere waarschuwing. Het betreft dan vooral gegevens over de (verre) voorouders van o.a. Kenneth I Macalpin, keizerin Theophanu, Rollo Rognvaldsson, Bjorn Eriksson, Geva Knudsson en Karel de Grote.”

En verder:

“Ondanks de zeer verschillende kwaliteit en algemene imprecisie van de bronnen heb ik deze generaties echter vanwege hun amusementswaarde toch maar opgenomen”

Genealogie kan dus ook entertainment zijn!

Wat er ook van zij, als je uw kwartierstaat steeds verder uitbouwt, kom je vroeg of laat de hele wereldbevolking tegen, en waarschijnlijk is dat sneller het geval dan je zelf zou vermoeden!

Een dat brengt ons bij een mooie paradox om te eindigen:

 

Onze paradox: 

Hoe verder in het verleden een historische figuur heeft geleefd, hoe groter de kans dat die figuur in uw stamboom voorkomt.

Maar ook: Hoe verder je teruggaat in het verleden, hoe kleiner de kans dat je dat verband kan aantonen!

We zijn allemaal familie: “Bettler werden Fürstenbrüder” schreef Schiller; voor genealogen is dat geen romantisch idee, maar een realiteit!

Tot slot: weten dat je van Karel de Grote afstamt, is één ding; bewijzen dat het inderdaad zo is, is er een ander, en dáár gaat het om in onze hobby: Genealogy is the name of the game!

 

Voor wie er meer van wil weten:

Enkele links worden ook in de tekst vermeld

“The Royal We”: Artikel van Steve Olsen uit 2002

http://www.theatlantic.com/magazine/archive/2002/05/the-royal-we/302497/?single_page=true

Mooi artikel over het DNA van Karel de Grote in ieder van ons, met als uitsmijter: als er over 1000 jaar nog nakomelingen van ons zijn, dan is de hele wereld nakomeling van ons!

http://phenomena.nationalgeographic.com/2013/05/07/charlemagnes-dna-and-our-universal-royalty/

De website met de stamreeksen van Karel de Grote is

http://www.kareldegrote.nl/

De wiskundige paper van Chang uit 1999

http://www.stat.yale.edu/~jtc5/papers/CommonAncestors/AAP_99_CommonAncestors_paper.pdf).

Een verder uitwerking van het artikel van Chang waarbij sommige van zijn basisassumpties in de eerste paper worden verlaten:

http://www.stat.yale.edu/~jtc5/papers/CommonAncestors/NatureCommonAncestors-Article.pdf

De website met de stamboom-tot-aan-de-faraos

http://www.wissenburg.info/index.htm#/gen/gen18.htm

 

 

 

 



[1]  Toestand half 2014

[2] Het gebruiken van de bijbelse benamingen “Adam” en “Eva” is in feite misleidend. Het gaat hier zeer duidelijk niet over de “eerste” vrouw of man, zoals blijkt uit de tekst.

[3]  Misschien is die duizend jaar als schatting per definitie onnauwkeurig en dus betwistbaar, maar hou er wel rekening mee dat elke 100 jaar verder terug in de tijd drie generaties extra betekent, en bijgevolg de wanverhouding van het  theoretisch aantal voorouders t.o.v. de werkelijke bevolking verveelvoudigt!

[4] In de afstammingsreeksen gepubliceerd op de website http://www.kareldegrote.nl/index.php ligt het aantal generaties tot op vandaag tussen 35 en 40.

[5] Indien we die veronderstelling loslaten kunnen we de wereldbevolking als norm nemen: die wordt geschat op zo’n 225 à 260 miljoen. Zie hierover op onze website http://www.laukens.be/genealogie/content/enkele-rekenoefeningen. De redenering blijft in dat geval evenwel dezelfde.

[6] In werkelijkheid zijn het er nog minder, aangezien op elk ogenblik niet alle mensen in de vruchtbare leeftijd zijn. Het zou mogelijk correcter zijn om in families te rekenen i.p.v. in individuen.  Uiteraard zijn er ook mensen die tot op vandaag géén nakomelingen hebben,  hun aandeel in de bevolking wordt  door het model van  Chang op 20 % geschat.