Laurentius Laukens in de VOC

Bij het speuren naar mijn voorouders kwam ik een zeer merkwaardig verhaal op het spoor.

Het begon toen ik bij de trouwakte van Jan Godefriedus Laukens (1785-1858) als bijlage volgend overlijdensattest van zijn vader Laurentius vond.

Uit dit document bleek dat Laurentius Laukens op 4 augustus 1795 in Batavia overleden was! Dit was zeer merkwaardig, temeer omdat op het ogenblik van zijn overlijden zijn zoontje, dus de latere bruidegom, amper 10 jaar oud was, en dat de moeder ook niet meer in leven was. Uiteraard was dit een reden om de levensloop van deze Laurentius Laukens te reconstrueren.

Een verdere speurtocht bracht ons bij een website waar heel wat info over de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) te vinden is, en met name de passagierslijsten van de schepen die naar het verre Oosten vaarden.

Inderdaad vonden we een zekere Laurens Laukens die op 8 juli 1793 als soldaat in dienst was gekomen van de VOC. Hij vertrok op die dag met de Constantia, vanuit Goeree met als bestemming Batavia (het huidige Jakarta / Indonesië). De Constantia was een zogenaamd spiegelretourschip, een schip dat speciaal ontwikkeld was voor dergelijke reizen (zie apart stukje). Het schip kwam op 12 november 1793, dus ruim vier maanden later, in Kaapstad aan. Daar vertrok het schip terug op 8 december, om op 18 februari 1794 uiteindelijk in Batavia aan te komen. De tocht had dus meer dan zeven maanden in beslag genomen, maar dat was een voor die tijd normale reisduur.

Anderhalf jaar later stierf Laurentius Laukens in het ziekenhuis van Batavia, enkele dagen nadat hij 35 jaar geworden was. Voor zover we weten moet het ziekenhuis van Batavia een afschuwelijk plaats geweest zijn. Waarom is hij in 1793 een dergelijk avontuur begonnen? Was het omdat zijn echtgenote een jaar tevoren, op 4 juli 1792, overleden was? Laurentius en zijn echtgenote stamden beide uit een Teutenfamilie en waren ooit verre van onbemiddeld, maar hij had zeker enkele slechte financiële transacties gedaan. Mogelijk zag hij door deze financiële problemen geen andere uitweg meer om voor zijn kind te zorgen? Of was er nog een andere reden? Had het te maken met de onzekere politieke situatie ten tijde van de Luikse revolutie? We weten het (voorlopig?) niet.

We weten wel dat hij bij het VOC een gedeelte van het loon dat hij verdiende aan zijn zoontje liet bezorgen. Hij tekende immers een zogenaamde maandbrief, een overeenkomst waardoor hij maximaal drie maandlonen per jaar voor zijn familie kon afstaan. Het is dus duidelijk dat hij zijn zoontje niet zomaar in de steek liet!

Bij verder onderzoek werd het verhaal nog mysterieuzer! In de passagierslijsten van de VOC was er melding van vier personen met de naam Laukens. Twee ervan hadden een totaal andere afkomst, maar één heette Hendrik, en was afkomstig van “Akkel int ’t luijkse”. Laurentius had een jongere broer Hendrik, en al gauw bleek dat het wel degelijk om de Hendrik ging die ook voor de VOC had gevaren.

Hendrik’s lot was zo mogelijk nog onfortuinlijker dan dat van zijn broer. Hij nam dienst in de VOC als soldaat op 16 september 1788, datum waarop het schip, de Teilingen, vertrok vanuit Goeree. Hendrik was gedoopt op 11 juni 1766 en bijgevolg slechts 22 toen hij dienst nam. Op 10 februari 1789 arriveerde het schip op de Kaap de Goede Hoop, om er op 1 maart 1789 terug te vertrekken met bestemming Batavia. Hendrik was evenwel niet meer aan boord. Hij moet al ziek geweest zijn, want hij stierf op 14 maart 1789 op de Kaap. Hij heeft Batavia dus nooit gehaald.

Het is zeer waarschijnlijk dat Laurentius wist van de dood van zijn jongere broer. Het is daardoor des te onbegrijpelijker dat hij zelf ook dienst nam, temeer daar soldaat zowat de minst betaalde functie bij het VOC moet geweest zijn.

De lotgevallen van de twee broers Laukens zijn zeker geen uitzonderingen. In tal van, vooral Nederlandse, genealogieën die men tegenwoordig op internet kan raadplegen, vindt men gelijkaardige verhalen. Statistisch gezien kwamen van al degenen die met het VOC naar het Verre Oosten vertrokken, minder dan de helft terug; velen vestigden zich en bouwden er een nieuw leven op, maar heel wat vielen ten prooi aan ziekte en ontbering. Dit belette velen toch niet om hun gezin achter te laten en de gevaarlijke tocht - soms meerdere keren - te ondernemen!

Hoe dan ook blijft het een merkwaardig verhaal hoe twee broers uit een Kempens dorp dienst nemen in wat wel eens de eerste multinational wordt genoemd, om dan kort daarop ergens in een vreemd land te sterven.